Een geïsoleerde vloer zorgt voor een warmere woning en een lagere energierekening. Wie wil dat nu niet? Nog een voordeel: je vloer isoleren kun je gewoon zelf. Als allerhande doe-het-zelver is de klus zelfs redelijk eenvoudig te klaren.
1. De kruipruimte isoleren
Als het om vloerisolatie gaat, is het isoleren van(uit) de kruipruimte veruit de eenvoudigste en voordeligste optie. Je isoleert de vloer door isolatiemateriaal, vanuit de kruipruimte, tegen de onderkant van de (onder)vloer te bevestigen. Ook de kruipruimte zelf kun je van een laag isolatiemateriaal voorzien. Als isolatiemateriaal kun je gebruik maken van thermokussens, purschuim of (kunststof) plaatmateriaal. Isoleren van de kruipruimte is enkel mogelijk als de kruipruimte 35 centimeter of hoger is.
2. De bodem isoleren
Is jouw kruipruimte lager dan 35 centimeter? Dan zijn er gelukkig andere opties om warmteverlies te beperken. In plaats van de (onder)vloer zelf te isoleren, kun je er ook voor kiezen om de bodem van de kruipruimte te isoleren. Je brengt het isolatiemateriaal in dat geval direct aan op de bodem van de kruipruimte. Op die manier wordt opstijgende kou vanuit de bodem geweerd, zal de vloer warmer aanvoelen en wordt het warmteverlies alsnog significant verminderd.
3. De ondervloer isoleren
Als je van plan bent om een nieuwe vloer te leggen, kun je direct de isolatie van de ondervloer aanpakken.
Houten ondervloer
Bij een houten ondervloer, kun je namelijk isolatiemateriaal aanbrengen tussen de balken. Zo hoef je niet de kruipruimte in. Verwijder voor deze optie om de meter een aantal planken van de ondervloer en vul die ruimte op met isolatiemateriaal. Thermokussens worden hier veelvuldig voor gebruikt. Dek de bodem onder de ondervloer af met bodemfolie. Op die manier voorkom je vochtproblematiek. Leg tenslotte de planken van de ondervloer weer terug.
Betonnen ondervloer
Bij een betonnen ondervloer, breng je isolatiemateriaal aan op het beton. Je gebruikt hiervoor isolatiefolie of plaatmateriaal. Het is belangrijk dat de laag zo dun mogelijk is. Er geldt immers: hoe dikker de isolatielaag is die je op de betonnen ondervloer aanbrengt, hoe groter de kans is dat je aanpassingen zult moeten doen aan deuren, drempels en plinten.